13 augustus 2011

Kamperen, hoi!

Met verbazing, verwondering en respect lees en hoor ik in de vrienden- en burenkring hoe zij op vakantie gaan. Althans, hoe de voorbereidingen zijn. Het mooist is nog het 'koffer- en auto inpak leed'. Want ach, we gaan met eigen auto, hoeven ons vooral niet te houden aan de rottige 20 kilo die je in een vliegtuig mee mag nemen. Dus waarom niet de halve kledingkast mee? Je weet per slot van rekening nooit wat voor weer het gaat worden in het buitenland; het kan vriezen, het kan dooien. Nou ja, iets minder extreem maar wel een truitje mee. En nee, niet alleen die blauwe maar ook de witte en de beige en die grijze want niet alle truitjes kunnen op alle rokken/broeken. En dan de schoenen. Bruin staat weer niet bij alle zwart, zwart niet bij alle bruin. Teenslippers, badslippers voor onder de douche (want wie wil nou op die vieze tegeltjes staan), kleppertjes, hakjes, wandelschoenen, platte schoenen, waterschoenen en ga zo maar door (mensen, voel je vooral niet aangesproken, ik ben écht net zo erg!!).

En dan heb ik het nog niet eens over de mensen die denken dat er in het buitenland niks te eten te koop is.... Da's stof voor een heel nieuw logje.

En het mooie is dat er tegenwoordig niet eens meer een tent of caravan meegaat, die staat namelijk al kant en klaar met bedden en beddengoed op die gezellige camping vlak bij een meer of de zee.

Ik heb geen idee hoe mijn ouders het vroeger voor elkaar hebben gekregen. 3 weken Frankrijk met: 3 dochters, 2 tenten, grondzeilen, tafel, stoelen, luchtbedden, slaapzakken, kooktoestel, pannen, potten, borden, bestek, glazen, bekers, droge voorraad voor de eerste dag, een rubber boot met peddels, badmintonrackets, beachball, scrabble, koelbox, afwasteil, reserveharingen, een doos boeken, puzzelboeken, boeken over vlinders, plantjes, beestjes, insekten, een voetbal, voor 5 mensen kleding, schoenen, camera's, pikhouweel en niet te vergeten een voorraad shag voor mijn pa want die rookte toen nog. En dat alles in een standaard auto met een imperiaal op het dak. En op de terugweg zaten de beentjes nog hoger omdat de lading wijn onder de slaapzakken tussen de voorstoelen en achterbank lag. 

Mijn vader had 1 eis: hij moest nog wel iets kunnen zien via de achteruitkijkspiegel. Dus wie moest er in het midden? Precies, de benjamin, het onderdeurtje, de pygmee, ik dus. Oh en wat kón het af en toe gezellig zijn achterin de auto. Reken uit: 3 meiden, beperkte ruimte, echt, vrede op aarde was een term die wij dan echt niet kenden!

Schoppen, knijpen, slaan, schreeuwen, gekke bekken trekken, gekauwd eten laten zien. En tja, ik zat in het midden dus mocht mijn vader of moeder het gedonder zat zijn dan zat ik binnen handbereik en natuurlijk goed zichtbaar via de achteruitkijkspiegel. En dat geruzie en gedoe moesten mijn ouders dus 1100 km aanhoren. Respect voor het geduld dat zij bewaarden. Mijn moeder probeerde zo af en toe weer eens een boterham met warm geworden cervelaatworst te slijten of iets te drinken te geven. Dan hielden we even onze monden.

Geloof het of niet, tijdens het zoeken naar plaatjes voor bij mijn log kwam ik zelfs een inpakwedstrijd (!!) tegen. Het moet niet gekker worden.

Voor wat het inpakken aangaat: mijn mama  was en is kampioen voorbereiden en klaarzetten en mijn papa bekijkt het hele zootje en heeft in zijn hoofd de auto al ingepakt en floep, gaat 't zo de auto in. Beetje duwen, sjorren en trekken en 't zootje ligt goed.

De kampeertrips van mijn ouders zijn ingeruild voor een verblijf in het huisje in Frankrijk van mijn zus en zwager. Het kampeerleed blijft mijn ouders in elk geval bespaard.

Ik wens alle mensen die ooit nog gaan kamperen (inclusief ondergetekende) heel veel succes met de voorbereidingen, de reis, de tent opzetten, inpakken etc. etc.


1 opmerking: